Tarn chambres d'hôtes

V
Vier unieke uitstapjes in het noorden van de Tarn

Voor liefhebbers van kunst en cultuur, wandelen en wijn

Zeg je vakantie in Frankrijk, dan zeg je charmante stadjes, ruige natuur en natuurlijk wijn. In het noorden van de Tarn vind je dit allemaal op korte afstand van elkaar. Onze uitvalsbasis is Oh, le château!, een idyllische B&B waar je na een mooie dag op pad heerlijk kunt ontspannen aan het zwembad en het diner.

Van hieruit nemen we je mee naar vier hoogtepunten van de streek, goed voor vier afwisselende vakantiedagen.

1. Albi: de rode stad aan de Tarn

We beginnen onze ontdekkingstocht in Albi, ook wel de rode stad van Frankrijk genoemd. Waarom is snel duidelijk, want het is de bakstenen architectuur die de stad zijn warme, sfeervolle kleur geeft. Het opvallendste voorbeeld daarvan is La cité episcopale, bestaande uit de kathedraal Sainte-Cécile (de grootste in baksteen ter wereld!) en het bisschoppelijk paleis Berbie. Het imposante complex aan de oevers van de Tarn is sinds 2010 UNESCO werelderfgoed.

Ooit bedoeld als politiek machtsvertoon van de Katholiek Kerk in strijd tegen de Katharen raak je zelfs vandaag de dag onder de indruk van de sobere, defensieve architectuur met zijn enorm hoge, gesloten muren. Eenmaal binnen in de kathedraal wacht je een grote verrassing: een feest van kleurrijke fresco’s, gedetailleerde beeldhouwwerken en bijzondere decoraties. Je kijkt je ogen uit.

Het bisschoppelijk paleis huisvest tegenwoordig het Musée Toulouse Lautrec. Het museum toont een belangrijke collectie schilderijen, ontwerpen en affiches van deze wereldberoemde kunstenaar, geboren in Albi. Achter het museum ligt de classicistische paleistuin met een panoramisch uitzicht op de Tarn.

Natuurlijk is Albi meer dan dit kolossale bakstenen gebaar midden in de stad. Je kunt er heerlijk struinen door smalle straten met vakwerkhuizen, watertanden op de overdekte markt, wandelen langs de Tarn en genieten bij de talloze restaurants.

Albi is echt een bezoek waard. Niet voor niets is het één van de hoogtepunten van Occitanie.

2. Wijn uit het Toscane van Frankrijk

Wist je dat de mooiste streek van Italië een evenknie heeft in Frankrijk? Toscane Occitane, het rijmt ook nog, is een groen heuvellandschap met sprookjesachtige dorpen en glooiende wijngaarden. Hier ligt een van de oudste wijnstreken van Frankrijk: Gaillac. Nu relatief onbekend, maar tot de 19e eeuw was het de grootste exporteur van Franse wijn. Eeuwenoude druivensoorten die alleen hier worden verbouwd resulteren in stoere rode wijnen en frisse witte, soms met een licht bubbeltje.

Er zijn prachtige routes langs de wijnhuizen waar de producenten je graag laten proeven, of schuif aan bij een van de gezellige apéro-concerten in de wijngaarden.

Al toerend door het Franse Toscane kan je niet ontkomen aan de talloze bastidedorpen: Cordes-sur-Ciel, Puycelsi, Castelnau-de-Montmiral, Bruniquel, Penne, Castelnau-de-Lévis, Lisle-sur-Tarn … Vaak liggen ze strategisch op een hoge heuvel om zo de middeleeuwse bevolking veiligheid en beschutting te bieden. Vandaag de dag is het lekker kuieren door de romantische straatjes met hun fraaie gevels. Nog niet platgewalst door massatoerisme zul je je verbazen over de authentieke sfeer in deze dorpen.

3. Wandelen in de vallei van de Viaur

Na al het culturele erfgoed en de wijnproeverij, is het tijd voor een uitstapje in het groen en wel in de vallei van de Viaur. Het kronkelende riviertje vormt de natuurlijke grens tussen de departementen Tarn en Aveyron. Links en rechts van de oevers vind je afwisselend ruige kloven, bossige gebieden en meer open landschappen.

Grote kans dat je er onderweg cultuurhistorische schatten tegenkomt, zoals het verlate kerkje Las Planques, de donjon van het kasteel van Thuriès, watermolens, oude bruggen en ingestorte muurtjes. Het zijn stille, soms overwoekerde getuigen van een tijd dat er in de vallei nog mensen woonden.

Tegenwoordig is de Viaurvallei een prachtige speeltuin voor liefhebbers van natuur en het buitenleven. Je kunt er urenlang wandelen zonder iemand tegen te komen. Er zijn langere (dag)tochten over steile, smalle klauterpaden of meer toegankelijke ommetjes, bijvoorbeeld langs de oevers van de rivier. De wandelroutes brengen je telkens weer terug naar het water, dat dan rustig kabbelt, dan onstuimig voortraast. Avontuurlijke mountainbikers kunnen hun hart ophalen in wat bekend staat als de ‘hel van de Viaur’.

4. Beaulieu-en-Rouergue: adembenemende schoonheid

Waar de Franse toeristenbureaus zich doorgaans niet wagen aan een uitstapje over de departementale grenzen, doen wij dat wel. Op deze zondagochtend gaan we naar de Tarn-et-Garonne, om precies te zijn naar de markt in Saint-Antonin-Noble-Val. Het middeleeuwse dorp is werkelijk charmant en heel levendig bovendien. Struin langs de kramen, proef de streekproducten en probeer vooral een plaatsje te bemachtigen op het terras van Café de la Halle. Het is dé plek om je ogen goed de kost te geven. Saint-Antonin-Noble-Val is overigens een populaire startlocatie voor kanotochten door de Gorges de l’Averyon, maar vanmiddag staat er iets anders op het programma: de abdij van Beaulieu-en-Rouergue.

Het sobere klooster met de kapel is recent gerenoveerd en toont nu een uitzonderlijke collectie moderne kunst, verzameld door de vorige Parijse eigenaren van het complex. Kunst in een klooster, is dat alles? Nee! Er zijn ook tuinen met eeuwenoude bomen, waterpartijen en rozen, duizenden rozen in alle geuren en kleuren. De harmonieuze bloemenpracht is van een verbluffende schoonheid. Je zou er stil van worden. De tuinen, de kunst, de abdij, het is hun samenhang, die deze plek tot een zeldzaam pareltje maken. Een plek om nooit te vergeten.

Fijne uitvalsbasis

Zou jij het noorden van de Tarn ook graag willen verkennen, dan maakt een verblijf in chambres d’hôtes Oh, le Chateau je bezoek aan dit paradijselijke stukje Frankrijk helemaal tot een onvergetelijke trip. Ben je benieuwd hoe het eruit ziet? Klik maar hier!

Tekst: Kim Thehu (Oh, le château!)